Toon: Belevenissen van een Raadslid
13 mei 2017 –
‘Overprogrammering en disbalans’. –
De gemeenten in ons land zitten ruim in de bedrijventerreinen. Om te voorkomen dat nee verkocht moest worden, kochten de gemeenten, groot en klein, de afgelopen decennia peperdure bouwgrond aan. Dat gebeurde meestal niet met geld dat er lag maar met geleend geld. Een voorschot nemen op de toekomst heet zoiets. De optimistische kijk van toen kost de gemeenten nu grof geld. De behoefte aan bedrijventerreinen blijkt minder groot dan gedacht.
Zo ook bij ons in Olst-Wijhe. Net na de eeuwwisseling was het de bedoeling om, ten noorden van het dorp Wijhe, een groot nieuw bedrijventerrein te realiseren, de Noordmanshoek. De gemeente kocht 25 hectare grond aan a raison van ruim € 4 miljoen. Afijn, u kent het verhaal, Noordmanshoek werd Nooitmanshoek.
Om te voorkomen dat gemeenten opnieuw de fout in gaan met grond, houdt de provincie Overijssel de vinger aan de pols. Geregeld wordt onderzocht of vraag en aanbod nog met elkaar matchen. Een goeie zaak. Recent werd bekend dat in een aantal gemeenten nog altijd sprake is van ‘overprogrammering en disbalans tussen vraag en aanbod’. Zo heet dat in het provinciale jargon. En van overprogrammering en disbalans is ook mijn gemeente Olst-Wijhe sprake. Wij hebben 7,7 hectare aan bedrijventerrein liggen. De provincie Overijssel verwacht dat wij hooguit 3 hectare kunnen afzetten. Een overschot dus van 4,7 hectare. De gemeenteraad werd hier de afgelopen week over bijgepraat.
Het provinciale onderzoek drukte mij behoorlijk met de neus op de feiten. Het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen was tientallen decennia een vanzelfsprekendheid voor gemeenten. Bedrijven van elders aantrekken, de mensen aan het werk houden, geld verdienen met grond, het bedrijventerrein als melkkoe. Nu die zeepbel uit een is gespat lijkt het mij goed om eens fundamenteel stil te staan bij de vraag of je als kleine gemeente nog moet investeren in nieuwe bedrijventerreinen.
En dan heb ik niet over het voor handen hebben van een paar hectares voor ‘de eigen ondernemers’. De bedrijven die wij nu hebben koesteren wij vanzelfsprekend. Nee, dan heb ik het over de aanleggen van nieuwe grote lappen. Kun je dat niet beter overlaten aan bijvoorbeeld de grote buurgemeenten Zwolle en Deventer? Ik denk van wel. Langs de A28 en A1 liggen omvangrijke bedrijventerreinen. En dat is ideaal voor de grotere bedrijven met veel transportbewegingen. Dat is ook een ideale vestigingsplek voor de snel groeiende transportsector zelf. Niks geen gekruip meer met vrachtauto’s over smalle plattelandswegen. Da’s veiliger en zeker minder ook milieubelastend. Bovendien zijn al die, aan de dorpskernen vastgeplakte, bedrijventerreinen ook bepaald geen lust voor het oog.
En de werkgelegenheid dan, ik hoor het u vragen.
Het zal even wennen zijn voor de van oudsher industriële dorpen Olst en Wijhe maar ik denk dat wij ons op andere sectoren moeten richten. Het toerisme biedt kansen. En vooral ook de zorg. Bedrijven als Overkempe, Ygdrasil en Pro Juventus behoren nu al tot Olst-Wijhes grootste werkgevers. Zet daar meer op in! Ondersteun dit soort bedrijven extra, richt daar je acquisitie op. Leg een koppeling met leegstand van winkels en voorheen agrarische panden. Onderscheidt je op kleinschaligheid en laat het grote werk aan de grote gemeenten over. Dan is het snel gedaan met de ‘overprogrammering en de disbalans’. En dat is wel net zo duurzaam ook.
Toon Schuiling