Toon: Belevenissen van een raadslid
19 mei 2017 –
Toon: Bij het UWV –
Een week of zes geleden vertelde ik u over mijn plaatsgenoot Willem. Althans zo noem ik hem, hij heet anders. De kwestie is nogal privé vandaar. Vijftiger Willem zit, na zich 30 jaar het schompes te hebben gewerkt als productiemedewerker, in de WW. Zijn baas besloot om het productiewerk door flexwerkers te laten doen. En die komen overal vandaan. Vaste krachten als Willem vlogen, met een getuigschrift en een paar centjes, de laan de uit.
Willem loopt inmiddels twee jaar bij de deur. De tijd begint te dringen. De bijstand dreigt. Afgelopen week had Willem een afspraak bij het UWV in Apeldoorn. Ik ben mee geweest. Om hem bij te staan. Maar vooral ook om als gemeenteraadslid en als bevoorrecht mens mét baan, eens aan de lijve te ervaren hoe zoiets nu in het echt gaat. Met alleen maar lullen over werk en participatie kom je er ook niet.
Ik ben mij kapot geschrokken, zo kan ik u vertellen.
Een hal zo groot als een voetbalveld, een nummertjes automaat, 68 loketten gescheiden door dunne prefab wandjes. Willem en ik aan de ene kant van desk 51. Een consulent van het UWV aan de andere kant van desk 51. Wij hadden stipt een half uur, zo werd ons meegedeeld. Een gesprek in zo’n setting voelt niet prettig. Maar als zo’n gesprek dan tot iets leidt, ach dan valt daar te leven.
Het gesprek leidde tot niets.
Het UWV regelt de uitkering en checkt of de werkzoekende ook daadwerkelijk naar werk zoekt. En dat is het. Geen vaste consulent waarmee je als werkzoekende iets van een band kunt opbouwen, 0,0 persoonlijk contact. ‘Dat kunt u allemaal digitaal doen’, zo klonk het herhaaldelijk van de andere kant van desk. Daar vond ik wel wat van. En dat snapte de consulent. “Het UWV gaat uit van de zelfredzaamheid van de cliënten. Twee gesprekken met een consulent per jaar en een standaard training. Dat is het”, zo zei ze..
Ik vroeg haar of ze contacten met de gemeente Olst-Wijhe had over Willem. Dit vanuit een gemeenschappelijk belang om hem aan het werk te helpen. Dat bleek niet het geval, dat staat niet in het protocol, zo kreeg ik te horen.
Ja, ze snapte ze heel goed dat het allemaal moeilijk was. ‘Vaste banen bestaan eigenlijk niet meer. Flexibiliteit is het toverwoord’. Willem vroeg daarop of er nog wat was, qua werk. Een check in de computer leverde één match op, sorteerder bij PostNL. Maar daar was hij al geweest. De vijftiger was niet door het toelatingsexamen gekomen. Je moest daar qua vingervlugheid een soort van Hans Klok zijn en dat was hij niet.
En zo stonden wij weer buiten. Willem en ik zijn maar even koffie gaan drinken. Willem ging daarna naar huis en ik weer aan het werk. En dat voelt niet goed. Niet als gemeenteraadslid, niet als mens.
Wordt vervolgd dus.
Toon Schuiling